Een gezonde werkomgeving levert geld op: niet alleen vanwege hogere arbeidsproductiviteit, maar ook doordat het ziekteverzuim kan voorkomen. Monitoring is cruciaal voor een gezond binnenklimaat. Dat is nu belangrijker dan ooit: ten tijde van een pandemie loopt een bedrijf niet slechts het risico dat er een werknemer thuisblijft; met wat pech is het hele bedrijfsonderdeel uitgeschakeld.
Hans Buitenhuis, managing director van adviesbureau DWA waarschuwde in het NRC van 28 augustus voor gebrekkige ventilatie. Op de meeste kantoren voelt het fris aan, maar is het dat ook? Buitenhuis: “Koele lucht kun je voelen, verse lucht moet je meten.” Elke ruimte moet zijn uitgerust met meters, maar losse CO2-meters hebben niet zoveel zin – na een tijdje let niemand er meer op. Enappgy in Amersfoort rust kantoren uit met sensoren. Gewone kantoren worden slimme kantoren door vier zaken continu te meten in elke ruimte:
- de temperatuur;
- de bezettingsgraad van de ruimte;
- het CO2-gehalte, een goede maatstaf voor voldoende ventilatie;
- het weer buiten; als de zon binnenvalt stijgt de temperatuur snel.
De data kunnen worden toegepast in het bestaande gebouwbeheersysteem, zodat er geen nieuwe systemen hoeven te worden aangeschaft en de investering beperkt blijft tot de sensoring en draadloze gateways. De sensoring kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met LED-armaturen.
Verspreiding van het coronavirus via recirculatie van lucht is in korte tijd actueel geworden. Vooral oudere gebouwen gebruiken de lucht vaker; deze wordt wel op de juiste temperatuur gebracht, maar er wordt te weinig verse lucht aan toegevoegd. Pas boven de 1500 deeltjes CO2 per miljoen voel je dat het bedompt en benauwd is, ook al is de temperatuur goed. Maar al vanaf 800 deeltjes is er een gebrek aan ventilatie. Normaal is dat nog niet meteen een groot probleem, maar zodra er een virus rondwaart leidt het tot onnodig veel zieken. Het coronavirus kan niet alleen in grotere druppeltjes, maar ook in minuscule druppels (aerosolen) worden doorgegeven. Deze kunnen urenlang blijven rondzweven in een ruimte. Als er voldoende ventilatie is, wordt het besmettingsgevaar via deze route al gauw een stuk minder. Maar hoe stel je dat vast? Door het te meten kan niet alleen geld bespaard worden, maar ook onnodig veel leed voorkomen worden. In de meeste gebouwen staat de ventilatie nu op maximaal, maar door te meten kun je ook voorkomen dat je te veel ventileert. Zo voorkom je dat lucht die met veel energie op temperatuur is gebracht, toegevoegd wordt in een ruimte waar helemaal niemand is. Dat kan alleen als gemeten wordt hoe het zit met de bezetting. Verwarming, zonwering en ventilatie wordt allemaal aangestuurd vanuit het gebouwbeheersysteem. Met sensoren worden relevante data toegevoegd. Dat bespaart bijvoorbeeld ook op schoonmaak: als je zeker weet dat een ruimte niet is gebruikt, hoeft die ook niet te worden schoongemaakt.
Corona zal niet de laatste pandemie zijn; en ook gewone verkoudheden of de jaarlijkse griepgolven kosten bedrijven de nodige inzet van personeel. Dat kan duidelijk naar beneden, niet alleen door betere ventilatie: sensoren kunnen ook vaststellen met welke collega’s een positief geteste persoon in contact is geweest, tenminste als het bedrijf met toegangspasjes werkt. Dit gebeurt zonder beelden te maken, maar de data vertellen welke routes zijn gelopen. Mensen die in de buurt zijn geweest van de besmette persoon kunnen een belletje van de personeelsafdeling krijgen, zodat ze thuisblijven en snel een test doen. Daarmee kan voorkomen worden dat het virus een hele afdeling besmet. Na een negatieve test kunnen de medewerkers snel weer aan de slag, in de veilige wetenschap dat het bedrijf snel schakelt om verspreiding van het virus te voorkomen.